1. De jonge kunstenaar

Wat kan een kunsthistoricus schrijven over een nog maar net afgestudeerde kunstenaar, dat bijdraagt aan zijn positionering in de kunstwereld? In deze fase van zijn leven zou een duiding van zijn werk slechts belemmerend kunnen werken op zijn ontwikkeling. Het gaat ook meer over zijn jeugd, vandaar de 1. boven dit artikel. Ongetwijfeld zal er over enige tijd meer over hem geschreven kunnen worden.

Ik ken hem al vanaf zijn vierde jaar, als een speelvriendje van mijn oudste zoon. Er werd veel getekend en geschilderd in die tijd. Guust was een van de weinige kinderen die niet bezweek onder de druk van de leerkrachten om toch maar binnen de lijnen te blijven. Op de middelbare school nam het eigenzinnige gedrag alleen maar toe, en niet uitsluitend op creatief gebied. Hij paste zich niet aan en ging zijn eigen gang binnen de door hem gestelde grenzen.

Ik denk dat hij net 15 was toen hij aangaf toch wel anders te zijn dan anderen. Een terechte conclusie, nogal beladen voor een jong mens. Voor mij was dit echter een reden om hem mee te nemen naar een wereld waar hij wel goed zou passen. Ik zag ze dagelijks om me heen, kunstenaars, die volledig autonoom opereerden, zich niets aantrokken van een geordend leven, heersende mode of de gebruikelijke bezigheden van jongeren.

Na overleg met zijn lerares tekenen werd Guust een middag vrij geroosterd om met een groep leerlingen onder mijn begeleiding een expositie te bezoeken in het TAC (Eindhoven). We werkten de rondleiding keurig af, maar ik had als extra programmapunt een kijkje in het atelier van een jonge kunstenaar die was doorgebroken: Aaron van Erp. Dat kon vanaf de binnenplaats, zodat we Aaron niet zouden storen. Een bezoek aan zijn atelier met een groep was overigens niet mogelijk. De enorme ruimte lag bezaaid met rommel. Bergen lege potten pindakaas, oude lappen, doeken, lege tubes, boeken, cd’s, als omlijsting van zijn vaak gruwelijke maar ook zo prachtige schilderijen. Een inspirerende omgeving voor deze kunstenaar, maar voor de leerlingen was het kennelijk een vreselijke aanblik. Niemand wilde ook maar een stap zetten in dit atelier, behalve Guust. Een kennismaking volgde en die werd later voortgezet in het Van Abbemuseum, waar diverse Eindhovense kunstenaars Het Oog drie maanden hadden ‘bezet’. Van achter de glazen wand zag ik Guust daar vaak zitten, ik ben bang ook tijdens schooluren.

Dit contact en de gesprekken hebben bij hem zeker bijgedragen om met meer zelfvertrouwen te kiezen voor een carrière in de kunst. Zorgvuldig heeft hij een Academie uitgezocht en mocht daar ook beginnen.

En nu is het beeld van hem als mens en als kunstenaar volledig in balans. Zelfverzekerd in zijn keuze, met voldoende oog voor de realiteit van de weerbarstige kunstwereld. En dan zijn werk. De diepgang ervan in combinatie van de uitwerking overstijgt nu al het gebruikelijke niveau dat zou passen bij zijn leeftijd. Hij is niet van plan concessies te doen aan de markt als dit ten koste zou gaan van zijn denkbeelden, maar weet wel een mooie opdracht binnen te halen voor de provincie Groningen. Veelbelovend en interessant om te volgen.

 

Liesbeth Schreuder

juli 2015